Abrahams laatste woorden aan Isaak (Boek van Jubilea, hoofdstuk 21. 1-25).

Verspreid de liefde

Profetie over de eindtijd: Jesaja 42:21 “YAHWEH is zeer tevreden omwille van Zijn gerechtigheid; Hij zal de wet grootmaken en eervol maken. "

De orthodoxen hebben aanvaard dat het boek Jubileeën canon is. Dit hoofdstuk zal inzichtelijk zijn als we de procedures van de oude Melchizedek-orde lezen. Sommigen beweren dat het Melchizedek-bevel strenger was dan het Levitische bevel. Het was inderdaad anders dan het levitical, maar er zijn geen aanwijzingen dat de belangrijkste wetten zouden kunnen worden overtreden. Voorbeelden zijn de voedingswetten die Noach begreep voor het plukken van 7 paar “reine” dieren, en gedurende de pre-levitische tijden worden de Moadim (feesten) van YAHWEH genoemd (in het bijzonder sabbat en dagen gemarkeerd door Zijn kalender en tekens, vastgestelde tijden op waarvan zij begrepen dat YAHWEH zou komen om een speciaal werk te doen en op die dagen offers en offergaven zou brengen). Gedurende de eerste eeuwen na Christus werd het boek Jubileeën veel gebruikt door Zijn kerk en als canon beschouwd. Daarin onderwijst Abraham duidelijk Isaak uit de boeken en wetten die aan Noach en Henoch zijn gegeven. Abraham ontmoette inderdaad Noach en de meeste geleerden zijn het erover eens dat hij werd ingewijd in de Orde van Melchizedek. Is het strenger? YAHWEH verandert niet. Zeker, het zegt dat iedereen die YAHWEH's wet “hard” noemt een valse profeet is, en zij kennen YAHWEH niet (ook Hij zal zeggen dat Hij “nooit gekend heeft wie wetteloosheid beoefent”). We verheugen ons enorm in heel Zijn wonderbaarlijke wet met heel ons hart, voor degenen onder ons die Hem kennen en liefhebben zoals het meest minimale gebod is om leven en voorspoed op aarde te hebben en dat is inderdaad een joyus-ding! Satan is een leugenaar en doet alles tegen de woordwet van YAHWEH. De Heilige Geest zal alleen het vleesgeworden wetwoord verheerlijken, wiens naam Yahshua is (Johannes 1:14). Mogen we in Hem blijven en elke dag meer in Hem groeien!

+ Stephen MK, Abp. Orthodoxe Kerk van Culdees

The Coat of Many Colors, FM Brown 1867 (Public Domain Image)

The Book of Jubileeën

vertaald door RH Charles

Society for Promoting Christian Knowledge, Londen

[1917]

Abrahams laatste woorden aan Isaak (hoofdstuk 21, verzen 1-25).

2057 (? 2050) AM

XXI. En in het zesde jaar van de † zevende † 1 week van dit jubeljaar noemde Abraham Izak zijn zoon, 2 en gebood hem, zeggende: „Ik ben oud geworden, en. weet niet de dag van mijn dood, 3 en ben vol van mijn dagen. 4 2. En zie, ik ben honderdvijfenzeventig jaar oud, 5 en gedurende al de dagen van mijn leven heb ik de Heer gedenken en met heel mijn hart geprobeerd zijn wil te doen en in al zijn wegen oprecht te wandelen. 3. Mijn ziel heeft afgoden gehaat (en ik heb veracht degenen die hen dienden, en ik heb mijn hart en geest gegeven) 6 opdat ik zou observeren om de wil te doen van Hem die mij heeft geschapen. 4. Want Hij is de levende God, en Hij is heilig en getrouw, en Hij is boven alles rechtvaardig, en er is met Hem geen aanvaarding van (mannen) personen en geen aanvaarding van gaven; 7 want God is rechtvaardig en voltrekt

p. 119

oordeel over allen die zijn geboden overtreden en zijn verbond verachten. 5. En onderhoudt gij, mijn zoon, zijn geboden, zijn verordeningen en zijn oordelen, en wandelt niet naar de gruwelen en naar de gesneden beelden en naar de gegoten beelden. 6. En eet helemaal geen bloed van dieren of vee, of van enige vogel die in de hemel vliegt. 1 7. 2 En indien u een slachtoffer doodt als een aanvaardbaar vredesoffer, doodt het dan, en giet zijn bloed op het altaar uit, en al het vet van het offer op het altaar met meelbloem (en het spijsoffer) gemengd met olie, 3 met zijn drankoffer - offer ze allemaal samen op het brandofferaltaar; het is een zoete geur voor de Heer. 4 8. En gij zult het vet van het dankoffer offeren op het vuur dat op het altaar is, en het vet dat op de buik is, en al het vet aan de binnenkant en de twee nieren, en al het vet dat is op hen, en op de lendenen en lever zult gij samen met de nieren verwijderen. 5 9. En bied al deze dingen aan als een zoete smaak die aanvaardbaar is voor de Heer, met zijn spijsoffer en met zijn drankoffer, voor een zoete smaak, het brood. 6 van het offer aan de Heer, 10. En eet zijn vlees op die dag en op de tweede dag, en laat de zon op de tweede dag er niet op ondergaan totdat het gegeten is, en laat er niets overblijven voor de derde dag ; want het is niet acceptabel [want het is niet goedgekeurd] 7 en laat het niet meer gegeten worden, en allen die ervan eten, zullen zonde over zichzelf brengen; want aldus heb ik het gevonden in de boeken van mijn voorvaderen, en in de woorden van Henoch en in de woorden van Noach. 8 11. En op alles

p. 120

uw offergaven zult gij zout strooien, en laat het zout van het verbond niet ontbreken in al uw offergaven voor de Heer. 1 12. En wat het hout van de offeranden betreft, pas op dat u niet (ander) hout voor het altaar brengt naast deze: 2 cipres, dêfrân, 3 sagâd, pijnboom, spar, ceder, savijn, palm, olijf, mirre, laurier en citroen, jeneverbes en balsem. 13. En van deze soorten hout liggen op het altaar onder het offer, die op hun uiterlijk zijn beproefd, en leggen (daarop) geen gespleten of donker hout, (maar) hard en schoon, zonder fouten, een gezonde en nieuwe groei; en leg (daarop) geen oud hout, [want zijn geur is verdwenen] want er zit geen geur meer in zoals voorheen. 4 14. Behalve deze soorten hout is er geen ander dat u (op het altaar) zult plaatsen, want de geur wordt verspreid en de geur van zijn geur gaat niet omhoog naar de hemel. 15. Neem dit gebod in acht en doe het, mijn zoon, opdat u oprecht zult zijn in al uw daden. 16. En wees te allen tijde rein van lichaam, en was uzelf met water voordat u nadert om op het altaar te offeren, en was uw handen en voeten voordat u het altaar nadert; en als u klaar bent met offeren, was dan opnieuw uw handen en voeten. 5 17. En laat geen bloed op u verschijnen, noch op uw kleren; wees op uw hoede, mijn zoon, tegen bloed, wees buitengewoon op uw hoede; bedek het met stof. 6 18. En eet geen bloed, want het is de ziel; eet helemaal geen bloed. 7 19. En neem geen geschenken voor het bloed van de mens, opdat het niet straffeloos en zonder oordeel wordt vergoten; want het is het bloed dat

p. 121

wordt vergoten waardoor de aarde zondigt, en de aarde kan niet worden gereinigd van het bloed van de mens dan door het bloed van hem die het heeft vergoten. 1 20. En neem geen geschenk of geschenk voor het bloed van de mens: bloed voor bloed, opdat gij zult worden aangenomen voor de Heer, de Allerhoogste God; want Hij is de verdediging van het goede: en dat u voor alle kwaad bewaard wordt, en dat Hij u van elke soort van dood zal redden.

21. Ik zie, mijn zoon,
Dat alle werken van de mensenkinderen zonde en goddeloosheid zijn,
En al hun daden zijn onreinheid en een gruwel en een vervuiling,
En er is geen gerechtigheid bij hen.
22. Pas op, opdat u niet in hun wegen wandelt
En betreden hun paden,
En zondig een zonde tot de dood 2 voor de Allerhoogste God.
Anders zal Hij [Zijn gezicht voor u verbergen,
En] 3 geef u terug in de handen 4 van uw overtreding,
En u uit het land ontwortelen, en uw zaad eveneens van onder de hemel,
En uw naam en uw zaad zullen van de hele aarde vergaan.
23. Keer je af van al hun daden en al hun onreinheid,
En neem de verordening van de allerhoogste God in acht,
En doe zijn wil en wees in alle dingen oprecht.
24. En Hij zal u zegenen in al uw daden,
En zal van u een plant der gerechtigheid doen opstaan 5 over de hele aarde, door alle generaties van de aarde,
En mijn naam en uw naam zullen onder de hemel niet voor altijd vergeten worden. p. 122
25. Ga, mijn zoon, in vrede.
Moge de Allerhoogste God, mijn God en uw God, u sterken om zijn wil te doen,
En moge Hij al uw zaad en het overblijfsel van uw zaad zegenen voor de generaties voor altijd, met alle rechtvaardige zegeningen,
Opdat u op de hele aarde een zegen moge zijn. " 1

[alinea gaat verder] 26. En hij ging uit van hem, verheugd.

 

Geef een reactie